BELGIË STADA GEZONDHEIDSRAPPORT
HOOGTEPUNTEN - 2024

BELGEN ZIJN HET MEEST TEVREDEN MET DE LOKALE GEZONDHEIDSZORG,
MAAR HUN MENTALE GEZONDHEID IS SLECHTER DAN GEMIDDELD EN NEEMT AF


Tevredenheid met de gezondheidszorg

Ruim vier op de vijf volwassenen in België (85%) zijn tevreden met de gezondheidszorg van het land - 26% zeer tevreden en 59% tamelijk tevreden. Hiermee is België de meest tevreden natie in Europa op dit gebied. Het Europese gemiddelde ligt op 56% tevredenheid.
Één op de tien (10%) in België is tamelijk ontevreden en slechts 3% is zeer ontevreden. 2% kon het niet zeggen.

Het tevredenheidsniveau bleef ongeveer hetzelfde als in het Gezondheidsrapport 2023.
Grote tevredenheid komt iets vaker voor bij Belgische mannen (30%) in vergelijking met vrouwen (22%), wat zich vertaalt in een algemene tevredenheid van 87% bij mannen en 83% bij vrouwen.
Per leeftijdsgroep piekt de tevredenheid in de jongste 18-24 (90%) en de oudste 70+ (92%) leeftijdsgroep, maar is deze 80% of hoger in alle leeftijdsgroepen.

 

Van de 85% die over het algemeen tevreden is met de Belgische gezondheidszorg, benoemen twee op drie (67% vs 56% gemiddeld) de beschikbaarheid van advies en zorg van apotheker of arts. Oudere burgers - 74% in de leeftijdscategorie 55-69 jaar en 82% van 70-plussers - zijn in dit opzicht tevreden.
Een vergelijkbaar percentage (64% vs. gemiddeld 56%) noemt de mogelijkheid om aan medicijnen te komen wanneer ze die nodig hebben, waarbij 59% tevreden is over de kosten of de hoogte van de terugbetaling. Opnieuw zijn deze waarden vooral sterk in de oudere leeftijdsgroepen (74% voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen in de groep van 70 jaar en ouder).
Ongeveer twee op de vijf (41% versus 41% gemiddeld) noemen toegang tot preventieve diensten. Op al deze punten zitten de seksen op één lijn.

 

Op de vraag: Waarom bent u niet tevreden met het gezondheidszorgstelsel in uw land?, was in België de meest genoemde reden een onvermogen om een afspraak te krijgen (57% vs 54% Europees gemiddelde). Iets minder dan twee op de vijf respondenten in België (37%) zegt dat zij of een naaste een slechte zorgstandaard hebben ervaren (tegenover 47% gemiddeld).
Ongeveer de helft maakt zich ook zorgen over het vertrouwen in beleidsmakers in de gezondheidszorg (46%) en één op vier (24%) over de duurzaamheid van de gezondheidszorgindustrie.

 


Zouden Belgische burgers bereid zijn te betalen
voor een betere kwaliteit van de gezondheidszorg?

Slechts drie op de 10 Belgische volwassenen (30%) verklaarden zich bereid om meer te betalen voor een betere dienstverlening. Dit is beduidend lager dan het Europese gemiddelde van 42%. De jongste leeftijdsgroep (18-24 jaar) stond het meest open om meer bij te dragen (40%), terwijl de groep 45-65 het meest terughoudend was (24%).
Slechts 13% in het algemeen (tegenover 21% gemiddeld) zou bereid zijn om meer te betalen aan belastingen en directe bijdragen aan de gezondheidszorg. Mannen (16%) stonden hier meer open voor dan vrouwen (11%).
Nog eens 17% zou bereid zijn om meer uit eigen zak te betalen (bv. privéverzekering of individuele dienstverlening (Europees gemiddelde 21%).
Een op drie Belgen (34%) zou niet meer betalen, hoewel ze het zich zouden kunnen veroorloven - veel meer dan de gemiddelde een op vijf (21%) van alle Europeanen.

Iets meer dan één op vier (27% vs. 31% gemiddeld) zegt gewoon niet meer te kunnen betalen - vrouwen (29%) tonen meer weerstand dan mannen (24%). Opmerkelijk, de jongste, 18-24-jarigen (21%), en de oudste, 70-plussers (19%), zeiden het minst vaak dat ze het zich gewoonweg niet konden veroorloven om meer te betalen.
Over het geheel genomen heeft 9% geen mening.

 

Bij de vraag over mogelijke acties en beleidsmaatregelen van derden om de gezondheidszorg te verbeteren, noemde 42% van de Belgische volwassenen de lokale productie van geneesmiddelen in plaats van export - er was een duidelijke trend dat dit steeds belangrijker werd naarmate de leeftijd steeg, van 30% in de leeftijdsgroep 18-24 tot 55% bij de 70-plussers. Deze kwestie was over het algemeen belangrijker voor mannen (48%) dan voor vrouwen (37%). Meer dan twee op vijf (44% vs 47% gemiddeld) wil een hoger loon voor medisch personeel om meer werknemers aan te trekken in een poging om de gezondheidszorg te verbeteren - vrouwen in België (47%) zijn hier meer voorstander van.
Bijna twee op vijf Belgen (38%) vindt het belangrijk om apothekers meer verantwoordelijkheid te geven om artsen te ondersteunen om zo de gezondheidszorg te verbeteren (tegenover 35% wereldwijd).
Meer dan twee op vijf (43%) wil dat beleidsmakers in de gezondheidszorg een gezondheid gerelateerde achtergrond hebben (gemiddeld 48%).


Welke apotheekdiensten zouden Belgische inwoners graag
zien dat apotheken in de toekomst aanbieden?

Meer betaalbare opties voor medicatie/behandeling zijn belangrijk voor 48% vs 46% gemiddeld, waarbij oudere leeftijdsgroepen meer geïnteresseerd zijn.
Bijna een kwart (23%) wil dat apotheken diensten zoals oog- en gehoortesten aanbieden, ver onder het gemiddelde van 31%; jongere Belgen tussen 18 en 24 jaar zijn het meest geïnteresseerd (28%).
Ongeveer één op zes (18%) wil de mogelijkheid om online een persoonlijk consult bij de apotheker te boeken, maar dit zou 31% in de leeftijdsgroep 18-24 jaar aanspreken - het Europese gemiddelde voor alle leeftijdsgroepen is 26%.
Iets meer dan één op vier (27%) wil geneesmiddelen thuis geleverd krijgen (Europees gemiddelde 32%); de jongere Belgen tussen 18 en 24 jaar zijn het meest geïnteresseerd (38%).

 


Conventionele geneeskunde

Een grote meerderheid van de Belgische volwassenen (91%) heeft over het algemeen vertrouwen in de conventionele geneeskunde (iets meer dan het Europese gemiddelde 89%) - maar één op drie (34% vs 39% gemiddeld) onderzoekt bepaalde gezondheidsthema's online [vraag naar geloofwaardige bronnen]; nog eens 17% gemiddeld (20% Europees) wil op de hoogte blijven van alternatieve behandelingen zoals homeopathie en acupunctuur - dit geldt voor 21% van de vrouwen, maar slechts voor 13% van de Belgische mannen. Dergelijke alternatieve therapieën zijn het populairst in de leeftijdsgroepen 35-44 en 45-54 jaar (beide 19%).

 

Wat betreft de redenen voor vertrouwen in conventionele geneesmiddelen, vertrouwt meer dan de helft (56% versus 48% gemiddeld) erop dat artsen en apothekers weten wat het beste voor hen is. Dit stijgt aanzienlijk met de leeftijd, tot 62% in de leeftijdsgroepen 55-69 jaar en 69% in de leeftijdsgroep 70-plus.

Nog eens 43% in België zegt vertrouwen te hebben in de conventionele geneeskunde omdat deze effectief is gebleken - grotendeels in lijn met het Europese gemiddelde van 42%. Maar dit neemt toe met de leeftijd, met de helft van de 55-69 jarigen (50%) en 61% van de 70-plussers die zeggen dat hun ervaring suggereert dat conventionele medicijnen effectief zijn gebleken.
Minder dan de helft (43%/ 44%) noemt rigoureus onderzoek en strenge regelgeving als redenen om vertrouwen te hebben in conventionele geneeskunde.
Het vertrouwen in farmaceutische bedrijven om veilige en effectieve geneesmiddelen te ontwikkelen (30%) ligt aanzienlijk boven het gemiddelde (24%) en is het grootst in de jongste leeftijdsgroep van 18-24 jaar (34%); terwijl oudere groepen de rol van de geneeskunde in de Covid-pandemie erkennen (25% in alle leeftijdsgroepen, 38% bij 70-plussers).

 

Voor degenen die de conventionele geneeskunde niet vertrouwen, is het alarmerend dat twee op de drie (67%) in de leeftijdsgroep 18-24 jaar van mening is dat de Covid-pandemie de beperkingen van conventionele geneesmiddelen heeft aangetoond; in alle leeftijdsgroepen was 36% het met deze mening eens.
Bovendien wijst 43% van alle leeftijdsgroepen op de focus op symptomen in plaats van op de onderliggende oorzaak van ziekte, met een piek van 58% in de leeftijdsgroep 35-44 jaar. Belgische vrouwen (48%) waren deze mening meer toegedaan dan Belgische mannen (38%).
Meer dan één op drie (36%) zegt dat gezondheidsactoren enkel geld willen verdienen, waarbij de oudste groep van 70-plussers het minst sceptisch is op dit punt (27%). Slechts 7% klaagde over slecht of onbegrijpelijk advies van apothekers, maar dit was een opvallende 23% in de leeftijdsgroep 18-24 jaar, en 11% in de groep 25-34 jaar. Belgische mannen (8%) waren op dit punt iets kritischer dan vrouwen (6%).

 

Om het vertrouwen in de conventionele geneeskunde te verbeteren, wil meer dan een derde van de Belgische volwassenen duidelijke communicatie tijdens consultaties en doorbraken bij ernstige ziekten zoals kanker (elk 38%). Een gelijkaardig deel (elk 37%) wil meer aandacht voor de zorg en de behoeften van de patiënt en een zorgaanpak die zowel de fysieke als de mentale gezondheid omvat. De geslachten zaten op deze punten grotendeels op één lijn.
Uitgesplitst per leeftijdsgroep was de oudste groep van 70-plussers vooral geïnteresseerd in meer aandacht voor patiëntenzorg en - noden op alle niveaus (46%), terwijl de jongste groep van 18-24 voorop liep bij de roep om aandacht voor mensen die moeite hebben om vrij te nemen van hun werk of kinderopvang te regelen om afspraken bij te wonen (44% tegen 30% in het algemeen) en om meer gebruiksvriendelijke geneesmiddelen te zoeken (30% tegen 21% in het algemeen).

 


Mentale gezondheid

Zelf ingeschatte mentale gezondheid:
Drie op vijf Belgische volwassenen (60%) zegt in goede geestelijke gezondheid te verkeren, voor 16% zelfs zeer goed; maar één op tien (10%) zegt dat hun geestelijke gezondheid slecht is. Hiermee scoort België op beide vlakken iets slechter dan het Europese gemiddelde (65%/9%). Er was een opmerkelijke daling van 6 procentpunten bij de zeer goede geestelijke gezondheid van 22% in 2023.
Belgische vrouwen hebben een grotere kans om in slechte geestelijke gezondheid te verkeren dan mannen (12% vs 9%). En per leeftijdsgroep bekeken, is er een duidelijke trend dat jongere generaties lijden - terwijl slechts 2% van de Belgische burgers van 70 jaar en ouder een slechte geestelijke gezondheid rapporteert, melden veel meer personen (15%) in de leeftijdsgroep 18-34 jaar dat ze een slechte of zeer slechte geestelijke gezondheid hebben. Dit geldt ook voor 14% in de leeftijdsgroep 35-44 jaar.

 

Geluk:
In totaal zegt 70% van de Belgische volwassenen zeer of vrij gelukkig te zijn - het Europese gemiddelde ligt op 67%. Uitgesplitst naar leeftijd zijn mensen van middelbare leeftijd het minst gelukkig (65% gelukkig in de leeftijdsgroep 45-54 jaar en 67% in de leeftijdsgroep 35-44 jaar) - met een geluksgevoel dat vervolgens stijgt naar 83% bij de 70-plussers.
Mannen (72%) zijn iets vaker gelukkig dan vrouwen (68%).

Eenzaamheid:

Iets meer dan de helft van de Belgische volwassenen (54%) ervaart eenzaamheid, waarvan 14% "vaak" en 4% altijd (Europees gemiddelde 52%, waarvan 13% vaak en 4% altijd).
Er is een duidelijke trend dat eenzaamheid afneemt met de leeftijd. 24% in de leeftijdsgroep 18-24 jaar en 26% in de groep 25-34 jaar zegt altijd of vaak eenzaam te zijn, tegenover slechts 6% bij de 70-plussers, waarvan de helft (49%) zegt nooit eenzaam te zijn.
Per geslacht komt eenzaamheid meer voor bij vrouwen (60%) dan bij mannen (49%) - met één op vijf (19%) van de Belgische vrouwen die altijd of vaak eenzaam zijn.
De ernst van eenzaamheid wordt het meest gevoeld in de leeftijdsgroepen 25-34 en 35-44 jaar, met 17% in elke groep die hun eenzaamheid als ernstig beschouwt.

Als reden voor het zich eenzaam voelen noemt 22% van de 18-24-jarigen dat ze te veel tijd besteden aan sociale media of het spelen van videogames, de volgende hoogste respons hierop is 13% in de leeftijdsgroep 25-34 jaar. Te hard werken om tijd te hebben voor sociale contacten piekt in de leeftijdsgroep 25-34 (32%) als mensen hun carrière aan het opbouwen zijn. En misschien niet verrassend, het verlies van echtgenoten, vrienden en familieleden komt het meest voor in de leeftijdsgroep van 70-plussers (27%).

 

Als gevolg hiervan wordt een beter evenwicht tussen werk en privéleven door 39% van de Belgen in totaal, en 52% in de leeftijdsgroep van 25-34 jaar, genoemd als oplossing voor eenzaamheid; misschien als erkenning van het feit dat dit een oorzaak is, zien jongeren in de leeftijdsgroep van 18-24 jaar (38%) het vaakst dat minder tijd doorbrengen op sociale media en computers bijdraagt tot een betere samenleving (30% in het algemeen). Jongeren tussen 18 en 24 jaar hechten bijzonder veel belang aan een betere beschikbaarheid van en toegang tot vrijetijdsactiviteiten (40% vs. 32% in het algemeen). En betere toegang tot therapie is vooral populair bij de leeftijdsgroep 18-24 jaar (40% tegen 27% in het algemeen), net als realistischere lichaamstypes op sociale media (30% tegen 15% in het algemeen).

Burn-out:

In totaal zegt 16% van de Belgische volwassenen een burn-out te hebben gehad, en nog eens 12% voelt zich vaak op het randje; meer dan een kwart (29%) heeft dergelijke gevoelens ervaren voordat ze verdwenen. Al deze waarden liggen ongeveer rond de Europese gemiddelden.

Maar deze cijfers stijgen tot 20% die zegt een burn-out te hebben gehad, en nog eens 19% voelt zich vaak op het randje, in de jongste leeftijdsgroep van 35-44 jaar. Daarna neemt de prevalentie van burn-outgevoelens af met de leeftijd, van 34% die dergelijke gevoelens nog nooit heeft gehad in de leeftijdsgroep 45-54 jaar, tot 44% in de groep 55-69 jaar en 62% in de groep 70 jaar en ouder.
Uitgesplitst naar geslacht was de kans op een burn-out duidelijk groter bij vrouwen (18%) dan bij mannen (13%), net als het gevoel vaak op de rand van een burn-out te staan (13% vrouwen/10% mannen).

 


Zelfzorg

Zelfbeoordeling van fysieke gezondheid: 
Iets meer dan de helft (52%) van de Belgische volwassenen zegt dat hun fysieke gezondheid goed is (iets minder dan het Europese gemiddelde van 54%); meer dan één op drie (36%) beoordeelt zijn fysieke gezondheid als "redelijk", maar 12% vindt deze slecht of zeer slecht (Europees gemiddelde 11%).
Per geslacht is er een lichte variatie, waarbij mannen iets vaker in goede gezondheid verkeren (55% vs 50% vrouwen) en ook enig verschil in slechte gezondheid (vrouwen 14% vs 10% mannen).
Per leeftijdsgroep is er verrassend weinig variatie in slechte gezondheid naarmate mensen ouder worden; terwijl de jongste groep 18-24 het minst vaak een slechte lichamelijke gezondheid rapporteert (8%) en het meest waarschijnlijk in goede gezondheid verkeert (63%), is de slechtste gezondheid in de leeftijdsgroep 45-54, met 16% die een slechte gezondheid rapporteert en slechts 46% een goede gezondheid.

 

BMI:
54% van de Belgische vrouwen, maar slechts 35% van de mannen, geeft aan een gezonde BMI-score te hebben (44% voor beide geslachten tegenover een Europees gemiddelde van 40%).
Omgekeerd geeft 42% van de Belgische mannen en 27% van de vrouwen aan overgewicht te hebben volgens hun BMI - het totaal van 35% is in lijn met het Europese gemiddelde van 35%.
Nog eens 14% van de Belgische mannen en 10% van de vrouwen geeft aan zwaarlijvig te zijn met een BMI van 31-40, wat een totaal is van 12% tegenover een Europees gemiddelde van 14%; nog eens 2% in België heeft een BMI boven de 40.
Uitgesplitst per leeftijdsgroep neemt overgewicht sterk toe met de leeftijd, van slechts één op de vier (24%) in de leeftijdsgroep 18-24 jaar tot 47% bij de 70-plussers. Dienovereenkomstig daalt de gezonde BMI van 62% in de groep 18-24 tot slechts 29% in de groep 70-plussers.

 

Acties ondernomen om het persoonlijk welzijn te verbeteren:
Het meest populair in België is gezond eten (58% vs 49% Europees gemiddelde), Bij beide geslachten even populair. Dit is vooral belangrijk voor 70-plussers (67%), net als mentale oefeningen zoals kruiswoordraadsels en Sudoku (55%).
Bijna net zo populair is bewegen thuis, buiten of in een sportschool (49% vs 50% Europees gemiddelde) - dit is even populair bij mannen (48%) als bij vrouwen (49%). De bereidheid om te sporten neemt af naarmate men ouder wordt.
Belgen zijn minder enthousiast dan vele andere Europeanen (27% vs 32% gemiddeld) in het nemen van voedingssupplementen - hoewel bijna één op drie Belgische vrouwen (32%) dit doet tegenover minder dan één op vier Belgische mannen (23%). Het gebruik van supplementen piekt met 32% in de leeftijdsgroep 35-44 jaar.
Belgische volwassenen staan minder dan de meesten open voor het gebruik van technologie in de vorm van apps om gezond gedrag te volgen en op te volgen (9% tegenover 12% Europees gemiddelde).
Misschien wel zorgwekkend is dat amper één op vier (27%) preventieve controles bijwoont, minder dan het gemiddelde van één op drie Europeanen (33%) die dit doet. Dit is een probleem voor zowel Belgische mannen (28%) als vrouwen (26%) - de bereidheid om check-ups te laten doen neemt toe met de leeftijd, van minder dan één op vijf (18%) van de 18-24-jarigen, en slechts 16% in de leeftijdsgroep 25-34, tot twee op vijf 70-plussers (39%).

 

Motivatie voor zelfzorgacties:
De belangrijkste redenen om gezond te eten waren om zich lichamelijk beter te voelen (82% vs 83% Europees gemiddelde) en om zich geestelijk beter te voelen (47% vs 50% gemiddeld) - deze motivaties waren over het algemeen consistent in alle leeftijdsgroepen, waarbij de factor geestelijke gezondheid vooral belangrijk was voor de leeftijdsgroep 25-34 jaar (60%), evenals voor vrouwen van alle leeftijden (52%).
Gezond eten op doktersadvies (14% in totaal) neemt toe met de leeftijd, tot 18% in de groep 55-69 en 22% in de groep 70-plussers - waarbij mannen van alle leeftijden vaker op doktersadvies gezonder gaan eten (18% mannen vs. 10% vrouwen). Vrouwen (9%) voelen zich vaker schuldiger voor overeten dan mannen (6%) - en dit schuldgevoel is vooral sterk in de leeftijdsgroep 18-24 jaar (21%).
De jongste leeftijdsgroep (18-24) is veel vaker onderhevig aan invloeden van buitenaf als het gaat om voeding - 7% eet gezond om indruk te maken op anderen en 6% om op beroemdheden of influencers te lijken.

De belangrijkste redenen om aan lichaamsbeweging te doen waren om zich lichamelijk beter te voelen (86% tegen 87% Europees gemiddelde) en om zich geestelijk beter te voelen (61% tegen 60% gemiddeld) - deze motivaties waren in grote lijnen consistent tussen de leeftijdsgroepen, hoewel het mentale aspect minder belangrijk was voor ouderen.
Lichaamsbeweging op doktersadvies is 10% in het algemeen en stijgt licht naar 12% in de leeftijdsgroep 55-69 jaar en 13% in de leeftijdsgroep ouder dan 70 jaar.
De jongste leeftijdsgroep (18-24) is veel meer onderhevig aan invloeden van buitenaf bij het sporten - 11% doet het om indruk te maken op anderen en 8% om op beroemdheden of influencers te lijken. 

Bij degenen die niets doen, was een gebrek aan motivatie vooral een probleem bij Belgische mannen (52% vs. 44% vrouwen), met een totaal van 48% tegenover een Europees gemiddelde van 43%.
Vrouwen noemen vaker dan mannen de kosten (38% vs. 32%), een gebrek aan tijd (21% vs. 20%), een gebrek aan kennis over zelfzorg (17% vs. 15%), een gebrek aan toegang tot de juiste faciliteiten (11% vs. 8%) en het hebben van een mentale aandoening die zelfzorg in de weg staat (4% vs. 3%); terwijl mannen veel vaker dan vrouwen fysieke beperkingen noemen om voor hun welzijn te zorgen (15% vs. 8%). Geen enkele man noemde psychische beperkingen, maar 7% van de vrouwen deed dat wel.

Op de vraag wat derden zouden kunnen doen om zelfzorg te ondersteunen, was dieetondersteuning in de vorm van minder vetten en suikers nipt het populairst, met bijna een derde (32%) op de eerste plaats. Bijna een op de drie (31%) was voorstander van een dagelijkse 'zelfzorgdag' vrij van werk of school, en een op de zes (17%) gaf de voorkeur aan kortingen op ziektekostenverzekeringen voor zelfzorg. Technologie zoals apps werd door slechts 7% als eerste keuze genoemd.

 


Digitale & artificiële intelligentie

 

AI:

Drie op vijf Belgische volwassenen (60%) zijn over het algemeen positief over AI - 47% denkt te begrijpen wat AI is en vindt het een positieve technologie voor de samenleving; terwijl 14% toegeeft dat ze het niet begrijpen, maar wel openstaan om te onderzoeken hoe de technologie de samenleving zou kunnen verbeteren.
Deze waarden komen overeen met de Europese gemiddelden (47% en 15%).

De overige 40% heeft een negatievere houding ten opzichte van AI. 30% denkt te begrijpen wat AI is en vindt het een negatieve technologie voor de samenleving; en 9% begrijpt AI niet, maar vindt dat elke nieuwe technologie grondig moet worden onderzocht.

Gevraagd naar het gebruik van AI in de persoonlijke gezondheidszorg, zoals het boeken van afspraken of het verkrijgen van diagnoses, toonde 67% van de respondenten zich bezorgd over misbruik, zoals ongeoorloofde toegang tot gegevens, tegenover 64% in heel Europa. Nog eens 62% was bezorgd over gegevensbeveiliging en het mogelijke verlies van menselijke interactie - beide lagen iets voor op het Europese gemiddelde.

 

Digitale informatie:
Bijna drie op vijf Belgische volwassenen (58%) gebruikt Google om zichzelf te informeren over gezondheidskwesties - dit is in het midden van de schaal in Europa, waar het gemiddelde 62% is. Misschien niet verrassend zijn zoekopdrachten het populairst in de jongste groepen, maar het staat ook op 50% in de groep van 70 jaar en ouder.
Belgen zoeken minder vaak op websites van gezondheidsinstellingen (28% vs 33% gemiddeld) en lopen ook iets achter op het Europese gemiddelde wat betreft sociale media (17% vs 24% gemiddeld) en websites van farmaceutische bedrijven (16% vs 19% gemiddeld). Toch zegt 41% van de 18-24-jarigen in België gebruik te maken van sociale media en influencers om informatie in te winnen over  gezondheidskwesties.
Op de vraag hoeveel tijd ze spendeerden aan sociale media, antwoordde bijna één op vier (23%) dat dit lang of zeer lang was, in lijn met het Europese gemiddelde; maar bijna de helft (47%) zei dat de tijd op dergelijke platformen niet lang was, tegenover 40% in heel Europa.

 

Invloeden op de aankoop van OTC-geneesmiddelen en supplementen:
Bijna twee op drie Belgische volwassenen (65%) vinden de aanbevelingen van de huisarts betrouwbaar als het gaat om OTC-aankopen, iets boven het Europese gemiddelde van 63%. Twee op vijf (41%) vinden dat huisartsen informatie geven, tegenover een gemiddelde van 35%, waarbij de jongste leeftijdsgroep 18-24 jaar (48%) het hier het meest mee eens is.
Bijna zes op de 10 Belgische volwassenen (58%) vinden de aanbevelingen van apothekers betrouwbaar als het gaat om OTC-aankopen, iets boven het Europese gemiddelde van 54%.
Misschien bemoedigend is dat de jongste leeftijdsgroep (18-24 jaar) net als de 55-69-jarigen het hoogst scoort op betrouwbaarheid (63%).
De jongste groep vindt ook het vaakst dat apothekers informatie geven (49% tegen 42% gemiddeld).
Reclame in gedrukte media wordt over het algemeen meer vertrouwd dan tv-reclame voor OTC-producten.

Slechts 28% van de Belgen vindt ook dat online zoekopdrachten zoals Google "informatief" zijn (Europees gemiddelde 40%), maar 31% zegt dat dergelijke zoekopdrachten "toegankelijk" zijn - oplopend tot 47% in de leeftijdsgroep 18-24 jaar.

 


Uiterlijk

Meer dan de helft van de volwassenen in België (54%) is heel of nogal tevreden met hun uiterlijk; dit ligt iets voor op het Europese gemiddelde van 49%. Minder dan één op vijf (18%) van de volwassenen in België is zeer of nogal ontevreden, terwijl de overige meer dan een kwart (28%) noch tevreden noch ontevreden is.
Iets minder dan de helft (49%) van de vrouwen in België is tevreden met hun uiterlijk, tegenover drie op de vijf (59%) mannen; en terwijl een kwart (24%) van de vrouwen ontevreden is, geldt dit voor slechts 12% van de mannen - vrouwen zijn dus twee keer zo vaak ontevreden.

Op de vraag waarom ze tevreden waren met hun uiterlijk, was het meest voorkomende antwoord van de Belgische volwassenen (74%) dat ze zichzelf gewoon accepteerden zoals ze eruit zagen; dit antwoord werd even vaak gedeeld door mannen als door vrouwen.
Een kwart (26%) zei dat ze tevredener waren geworden met hoe ze eruit zagen naarmate ze ouder werden, vergelijkbaar met het Europese gemiddelde van 28%. Nog eens 17% zei dat ze veel complimenten kregen van anderen - maar dit kwam veel vaker voor bij vrouwen (22%) dan bij mannen (12%).

De belangrijkste reden voor ontevredenheid was overgewicht (59%) - 63% van de vrouwelijke respondenten en 51% van de mannen gaven dit aan. Het totale Europese gemiddelde was 49%.
Haaruitval was een bron van ontevredenheid voor één op vier (25%) van de mannen, maar slechts 13% van de vrouwen.
Bijna één op vijf Belgische volwassenen (18%) zei dat ze zichzelf vergeleken met anderen, zoals op sociale media (Europees gemiddelde 16%) - dit gold voor 21% van de Belgische vrouwen, maar slechts 12% van de Belgische mannen. Problemen met de gezichtshuid waren een reden voor ontevredenheid voor 14%, waaronder 16% van de vrouwen.

Als geld geen rol zou spelen
zou 22% van de Belgische volwassenen zeker esthetische tandheelkundige ingrepen laten doen, tegenover slechts 7% die dat al gedaan heeft.
De kosten lijken minder een belemmering te zijn voor piercings en tatoeages - de meesten die dat zouden willen, hebben dat al gedaan.
Slechts 5% zou zeker gewicht verminderende chirurgie zoals liposuctie laten doen als ze er de middelen voor hadden en 12% zou dit misschien doen - wat vrij laag lijkt gezien het grote aantal mensen dat overgewicht aanhaalt als reden voor ontevredenheid met hun uiterlijk.

 


Over STADA Arzneimittel AG

STADA Arzneimittel AG heeft haar hoofdkantoor in Bad Vilbel, Duitsland. Het bedrijf hanteert een strategie die rust op drie pijlers; producten voor de consumentengezondheidszorg, generieke geneesmiddelen en farmaceutische specialiteiten. Wereldwijd verkoopt STADA Arzneimittel AG haar producten in ongeveer 115 landen. In het boekjaar 2023 realiseerde STADA een groepsomzet van 3.734,8 miljoen Euro en een gerapporteerde winst voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) van EUR 802,1 miljoen. Op 31 december 2023 had STADA wereldwijd 11.667 mensen in dienst.

Over EG

EG is het grootste farmaceutische bedrijf van België en marktleider in generische geneesmiddelen en gezondheidsproducten voor de consument in Belgische apotheken, met een groeiende Specialty Care divisie die zeer gespecialiseerde geneesmiddelen voor ziekenhuizen en biosimilars aanbiedt.

De meeste van onze geneesmiddelen en voedingssupplementen worden in België geproduceerd. We hebben momenteel 170 mensen in dienst. We zijn een betrouwbare partner voor zowel zorgverleners als patiënten, in overeenstemming met ons doel: Caring for People’s Health in het hart van alles wat we doen.